Om de chronologische volgorde der hoogtepunten te bekijken: klik hier.
Om de historische statistieken te raadplegen: klik hier.
Om de historische merkwaardigheden te raadplegen: klik hier.
Teksten van de hand van Marnix Cornelis.
De geschiedenis van SK kan men grotendeels indelen, in een 6-tal tijdsperiodes:
– Beginjaren 1926 – 1930.
– De jaren ’30.
– De Oorlogsjaren.
– De Na Oorlogsjaren 1945 – 1953.
– De doorbraak naar Nationaal 1954 – 1989.
– De doorbraak naar de Liga 1990 -…
****************************************************************************************************************************************************************************************************
1. DE VOOR-OORLOGSE PERIODE.
HET BEGIN.
Op 12 maart 1926, nodigde herbergier Albert Van De Sompel, samen met oud-leden van Sporting Deinze, enkele vermogende personen uit, in zijn café “Café du Sport”, gelegen in de Stationswijk te Deinze.
Men besloot een nieuwe voetbalploeg op te richten “Sportkring Deinze” en dit in navolging van de zopas ter ziele gegane FC Donza (°1908) en Sporting Club Deinze (° tijdens WOII). Een voorlopig bestuur werd opgericht onder voorzitterschap van Dhr Emile Torck om de statuten vast te leggen.
Op 26 maart 1926 (de officiële geboorte) ondertekenden de heren Emile Torck, Karel De Meyer, Raymond Van Den Poel, Albert Van De Sompel en Léonce Van Hoe een stichtingsakte. Hiermee kwam SK Deinze tot stand en sloot zich aan bij de Belgische Voetbalbond onder stamnummer 818. (Nog steeds het huidige nummer). Kleur oranje/zwart. (Het waarom, leest u verder).
Het eerste officiële bestuur had de volgende namen:
Ere-voorzitter: Emile Torck; Voorzitter: Raymond Van Den Poel; Penningmeester: Georges Torck; Secretaris: Albert Van De Sompel;
Boekhouding: Frans Dekens en PR-man: Yvan Van Coppenolle.
Dezelfde maand startte men reeds met oefenwedstrijden. Meestal tegen ploegen uit het omliggende.
De allereerste wedstrijd werd gespeeld op 5 april 1926 op het terrein van en tegen FC Astene.
Uitslag: FC Astene 4 – SK Deinze 3
Het allereerste elftal was als volgt samengesteld:
Em. Rogge
L. De Keyzer – A. De Milt
A. Dhaenens – L. Van Hoe – J. Menu
D. Van Laere – V. De Bruyckere – J V. Wonterghem – A. Mathys – J. Van Laere.
Thuiswedstrijden vonden plaats op een weide van Dhr Colle aan “Den Dries”. Doch, dit terrein voldeed niet en op 6 juni 1926 werd een nieuw terrein aan Astenedreef officieel ingehuldigd.
Dhr Emile Torck kon Graaf Sixtius Pierre Marie Ruffo de Bonneval ervan overtuigen zijn uitgekapte sparrebos aan Astenedreef gratis uit te lenen in ruil voor een levenslange gratis toegang tot alle wedstrijden die erop gespeeld zouden worden.
Van nu af aan kon men aan een officiële competitie deelnemen.
Ter diener gelegenheid werd er een wedstrijd betwist tegen FC Nevele. Uitslag 1 – 1.Diezelfde maand juni werd er aan Astenedreef een tornooi ingericht ter betwisting van de in leven geroepen “Beker Sportkring Deinze”. Met deelname van volgende ploegen: Deinze I; Deinze II; Aerseele I; Aalter I; Nazareth I en Nevele I. Deinze had reeds 3 ploegen in competitie. Dit getuigde toch van enige ambitie.
De beginjaren waren in competitie verband turbulent. Het ene jaar promotie, het andere jaar degradatie. Zo werd in de jaren 1927 en 1928 kampioen gespeeld. (resp. in 3de en in 2de gewestelijke – te vergelijken met de huidige lagere provinciale afdelingen, vandaag. De indeling der gewestelijke afdelingen had te maken met het feit dat de spelers de verplaatsingen per fiets deden).
De kampioenen titels werden telkenmale uitbundig gevierd door talrijke supporters (Vele supporters werkten immers bij fabrikant en voorzitter Torck). Op 16 januari 1926, laatste wedstrijd van seizoen 1926 – 1927, werd de beslissende kampioenen match gespeeld tegen Green Boys Doornzele en gewonnen met 5 – 3.
Over deze wedstrijd vindt men een uitgebreid krantenartikel in het archief. Te groot om hier af te printen. (Uit dit artikel blijkt, dat er toen reeds enige vorm van hooliganisme bestond! Door dit succes werd er op 16 september 1927 een supportersclub opgericht in café “ De Nieuwe Wandeling, onder voorzitterschap van Frans De Clercq. Deze club is de voorloper van de huidig nog bestaande supportersclub “’t Kouterke”. Er werd zelfs een officieel clublied gecomponeerd.
Het jaar daarop, seizoen (1927 – 1928) werd er terug gepromoveerd, in het van nadeel van FC Melda (Maldegem).
Seizoen 1928 – 1929 bracht een degradatie voort.
Het volgende seizoen 1929 – 1930 speelde men terug kampioen en dit op een zeer merkwaardige manier. De eervolle geklopte was FC Volharden Aalst . De “Ajuinen” verteerden dit zeer moeilijk en zullen het jaren erna nog steeds laten blijken. Tijdens de normale competitie speelde Deinze op FC Volharden, de doodgeverfde kampioenenfavoriet. Tot 10 minuten voor affluiten stond SK Deinze met 5 – 0 in ’t krijt. Toen stak er een geweldige storm op, gepaard gaande met een wolkbreuk. Hierdoor werd de match afgelast en was te herspelen. Wat blijkt. Deze wedstrijd zou eigenaardig genoeg beslissen over wie, van beide promoveert. En, Wie won, U raadt het: SK.
In gedachte dat elke verplaatsing gebeurde per fiets, mag men aannemen dat de terugrit één was van lange adem.
Uitslagen en eindrangschikking, seizoen 1929 – 1930:
15/09/1929 KMSK Deinze – St. Beveren 10-1
29/09/1929 KMSK Deinze – SK Zele 3-2
05/10/1929 Temsica – KMSK Deinze 5-3
20/10/1929 KMSK Deinze – AS Berchem 1-1
22/10/1929 FC Melda – KMSK Deinze 4-2
10/11/1929 FAC Meulestede – KMSK Deinze 2-5
17/11/1929 St. Beveren – KMSK Deinze 5-4
21/11/1929 KMSK Deinze – FC Melda 3-1
08/12/1929 SK Zele – KMSK Deinze 5-0
05/01/1930 AS Berchem – KMSK Deinze 5-3
12/01/1930 KMSK Deinze – Volharden Aalst 4-2
02/02/1930 Volharden Aalst – KMSK Deinze 2-3
Oranje – Zwart.
Een van de opdrachten tijdens het vastleggen van de statuten van een nieuwe voetbalploeg is het bepalen van de clubkleuren.
Dat Voorzitter Dhr Emile Torck er een grote invloed op had, is zeer duidelijk. Vermoedelijk heeft het bepalen van de clubkleuren te maken met zijn buitenverblijf in Deurle.
Zeker was, dat WIT-ZWART geen optie was. Men vond Wit-Zwart, bij de voormalige club “Sporting Club Deinze” en omdat men op een volledige nieuwe voet wilde beginnen was deze kleuren combinatie uitgesloten.
Vooraleer men tot een besluit kwam, waren er heel wat discussies aan vooraf gegaan. De meeste leden wilden geen politieke kleuren. Alhoewel er enkele leden waren die, in die tijd aanleunden bij de Vlaamsche Beweging. (Zoals U in het volgend Sportje zult kunnen lezen, is hierdoor de eerste grote crisis ontstaan binnen de ploeg en dit met grote gevolgen).
SK Deinze was gestart binnen de Belgische Voetbalbond (Union Belge) en men wilde in deze competitie actief blijven. In die tijd was de Belgische Voetbalbond volledig Franstalig. Alle correspondentie moest gebeuren in het frans. Omwille van de franskiljonse ingesteldheid van de Belgische Voetbalbond sloten zich vele Vlaamse ploegen aan bij de “Vlaamsche Voetbalbond”. (De meeste ploegen uit de omgeving sloten zich aan bij de Vlaamsche Voetbalbond).
Dat er een grote strijd was tussen de twee bonden getuigd de volgende stelling. Er was een verbod uitgevaardigd door de Belgische voetbalbond dat spelers eenmaal aangesloten geweest bij de Vlaamsche Voetbalbond niet meer mochten spelen binnen de Belgische Voetbalbond.
SK-bestuur wilde afstand nemen van deze commotie en hierdoor was GEEL geen optie.
Ook ROOD en BLAUW kwam wegens te politieke geaardheid niet in aanmerking.
Alhoewel het niet duidelijk terug te vinden is in de archieven, waarom er uiteindelijk voor de oranje trui met zwarten hand- en halsboord gekozen is, is er volgens Achiel De Clercq een link naar het buitenverblijf van Dhr Emile Torck .
Het buitenverblijf, gelegen te Deurle had de benaming “Buitenzorg”. De naam “Buitenzorg” was ook de naam van het officieel verblijf van de toenmalige Hollandse koningin Wilhelmina. Dhr Emile Torck zou de naam van zijn buitenverblijf hiernaar genoemd hebben. En aangezien dit verblijf het huis was van ORANJE, kwam men tot, voor die tijd althans, niet gebruikelijke clubkleuren ORANJE – ZWART.
Volgens de overlevering is er een grote kans, dat “HET HUIS VAN ORANJE” al 85 jaar ertoe bijdraagt, dat KMSK DEINZE oranje gekleurd is.
De eerste grote crisis
Hooger Op Deinze
Het is ondenkbaar dat er tijdens de levensloop van een club, geen crisis is geweest ( of is). Zo ook heeft SK Deinze tijdens zijn 85-jarig bestaan, enkele crisissen meegemaakt. Gelukkig heeft SK door zijn sterke organisatie en zijn sterk bestuur steeds weten te overleven.
In archieven vindt men toch wel enkele raken klappen terug.
De eerste crisis, welke SK dicht bij de verdwijning bracht, kwam reeds zeer vroeg na de stichting. Alhoewel SK Deinze kampioen speelde in 1927-1928 , waren de daaropvolgende maanden, maanden van heftige discussie binnen het beleidsorgaan. Naar alle waarschijnlijkheid is één van de hoofdreden, de onvrede van enkele mensen met de gang van zaken bij “Union Belge” (KBVB). De Belgische voetbalbond was VOLLEDIG op Franse leest geschoeid. Alle correspondentie moest gebeuren in de Franse taal. Dit stuitte in Vlaanderen op protest. Er waren enkele bestuurslieden die een meer “Vlaamsche” richting wensten uit te gaan en de voorkeur gaven aan een aansluiting bij de “Vlaamsche Voetbalbond,” i.p.v. Union Belge.
Het kwam zo ver dat medestichter van het eerste uur, A. Van De Sompel, lokaalhouder en secretaris, met enkele andere leden een scheurclub oprichtte, nl. “FC Hooger 0p Deinze” Een zestal basisspelers liepen over naar de nieuwe club. Ook werd deze Vlaams gezinde ploeg gesteund door enkel notabelen van de stad Deinze. Men sloot aan bij de Vlaamsche Voetbalbond. Bij de start, blaakte FC Hooger Op Deinze vol van ambitie. Dat men het groots zag getuige de omzendbrieven. Men startte met twee ploegen. Het is zeker een feit dat het niet goed ging tussen SK en Hooger- Op. In Juni 1929 wordt er zelfs gewag gemaakt van slaande ruzie tussen beide spelersgroepen. Ook werd er naar het Deins publiek negatieve propaganda gevoerd.
Hooger Op Deinze verdween na enkele seizoenen van het toneel wegens te grote concurrentie. Want ondertussen was FC Sparta Peteghem opgericht en drie ploegen in het Deinse was iets teveel van het goede.
De heropstanding.
Dit was niet zonder gevolg voor SK Deinze. Onder leiding van een sterke erevoorzitter welke de taak overgenomen had van secretaris, en samen met de overgebleven ambitieuze bestuursleden, Raymond Van Der Poel en Emile Schittecatte werd de club in korte tijd nieuw leven ingeblazen. Nieuwe statuten werden vastgelegd op 16 augustus 1928. Een nieuw lokaal gekozen, nl. café Drij Koningen (caféhouder De Keyser René).
Om te vermijden dat dezelfde problemen zich zouden herhalen werden er strikte regels opgelegd zoals:
– Geen politieke besprekingen, propaganda of daden binnen de club.
– Strikte gedragsbepalingen.
– Strikte verbintenis met K.B.V.B.
– Lokaalhouder mag niet in bestuur wegens te publieke instelling.
Om de club te versterken stichtte men een onderafdeling atletiek op 11 september 1928 en men startte een onderzoek om een zwemafdeling op te richten (locatie: huidige “Vosselare put”)
Om de onderlinge band tussen de verschillende clubs binnen de Deinse regio te versterken, werd er een nieuwe vereniging gesticht door Dhr Emile Torck, n.l Clubs van de Leiestreek. Om partijdigheid tegen te gaan en een hechtere positieve band te smeden bestond de vereniging uit bestuursleden der verschillende aangesloten clubs. Het was ook de bedoeling de voetbal vrije periode april/mei ermee op te vullen.
Maar
Door het verlies van een groep basisspelers kende het seizoen 1928-1929 een ramp scenario . Aangezien de overlopende spelers tot de besten mochten gerekend worden, had hun vertrek een grote invloed op het spelers moraal. Misschien herkennen sommige Deinse supporters de volgende namen van de overlopende voetballers. In ’t archief zijn terug te vinden: Doelman Robert De Boever.; Lucien Van De Moortele; Robert D’Hondt; Jozef Naessens; Roger De Smet; Jean-Baptiste Mestdagh en George Verstraete.
De resterende spelers waren niet sterk genoeg om de ploeg te dragen, met name Van Laere, Van Den Poel Dhaenens Arnould, Matthijs, etc.. Enerzijds door het groot aantal wedstrijden welke op het nippertje verloren werd en anderzijds door opmakerij staakten enkele spelers de competitie. Er ontstonden strubbelingen binnen de ploeg en men was niet bij machte de tegenstrevers zegevierend het hoofd te bieden. Met het gevolg, een degradatie uit Eerste Gewestelijke (hoogste provinciale reeks).
Voor het seizoen 1929-1930 werden enkele nieuwe spelers aangetrokken, met als resultaat dat men terug kampioen speelde en zo de verloren plaats, één jaar later, terug innam in de hoogste provinciale reeks.
Hiermede was de eerste grote crisis voorbij.
DE JAREN DERTIG.
De Jaren ‘30 –‘39 kenden op sportief vlak, geen uitschieters. Het waren jaren van rust. Vanaf seizoen 1933 – 1934 speelde SK Deinze steeds in de hoogste provinciale reeks. Het klasseerde zich steeds in de middenmoot. Ook wat de spelersnamen betreft, waren het rustige jaren. Men vindt veelal dezelfde namen terug. Veel voorkomende namen zijn o.a. Urbain De Boever, Romain Strobbe, Van Hauwaert Robert, De Smet Albert, Van Pul Roger
Op organisatorisch en financieel vlak werd SK Deinze volledig gedragen door de kinderrijtuigenfabriek Torck en bestond erin , de ploeg boven water te houden.
Seizoen 1932-1932 heeft enkele speciale kenmerken. Nadat SK Deinze, in seizoen 1931 – 1932 degradeerde uit de hoogste provinciale reeks, kwam het uit in de Gewestelijke B (te vergelijken met 2de provinciale). Het speelde tijdens dit seizoen kampioen ZONDER één enkele nederlaag (wat zich herhaalde tijdens seizoen 1975-1976). Binnen competitieverband had ook de eerste OFFICIËLE STADSDERBY plaats tegen Sparta Petegem . Beide ontmoetingen, zowel aan Astendreef als op Den Dries eindigden op een draw. Op het einde van het seizoen speelde Deinze tegen de kampioen van Gewestelijk A, nl. Temsica. Volgens niet officiële bronnen werd SK Deinze algemeen kampioen, Gewestelijke reeks.
Ook de opstart van de eerste jeugdploeg is een feit. Speelden nog geen officiële wedstrijden maar wel regelmatig vriendenwedstrijden tegen regioploegen.
De volgende voetbalseizoenen werden rustig afgehaspeld in de hoogste provinciale reeks.
Uitslagen seizoen 1932 – 1933:
04/09/1932 KMSK Deinze – Brackel Sp. 10-0
11/09/1932 Zulte Sportief – KMSK Deinze 0-4
18/09/1932 Russiegnies – KMSK Deinze 0-6
25/09/1932 Olsene Sportief – KMSK Deinze 1-3
02/10/1932 Eename – KMSK Deinze 2-2
09/10/1932 KMSK Deinze – Olsene Sportief 5-2
06/11/1932 KMSK Deinze – KFC Sparta Petegem 1-1
13/11/1932 KWIK Eine – KMSK Deinze 1-2
04/12/1932 KMSK Deinze – Zulte Sportief 4-0
25/12/1932 KMSK Deinze – Eename 5-3
15/01/1933 KMSK Deinze – Huijsse 13-0
22/01/1933 KMSK Deinze – Nederbrakel 5-1
05/02/1933 KMSK Deinze – KWIK Eine 4-0
12/02/1933 Ouwegem – KMSK Deinze 2-4
12/03/1933 KFC Sparta Petegem – KMSK Deinze 3-3
26/03/1933 Nederbrakel – KMSK Deinze 2-2
Midden jaren ’30 had SK Deinze een vast spelerspotentieel opgebouwd. Het bestond voornamelijk uit mensen van Deinze en directe omgeving. In de archieven van de periode ’30 zijn de volgende namen herhaaldelijk terug te vinden: Urbain De Boever; Romain Strobbe; Roger Van Hauwaert; Albert De Smet; Roger Van Pul; André Moreels en Georges Janssens
In 1935 had George Torck ook enkele spelers van buiten Deinze aangeworven, waaronder Dolf Van Hove en de gebroeders Tyncke. Zij kwamen over van Racing Gent (Racing Gent was in die tijd een vooraanstaande ploeg welke in eerste nationale speelde). Dolf Van Hove was een groot talent en zou vele jaren bij SK Deinze een hoofdrol spelen binnen de voetbalploeg. Hij was de goalgetter van SK Deinze en vervulde die rol een tiental seizoenen lang. George Torck, die steeds een grote ambitie in zich had, begon in de jaren 37 – 38 een zoektocht naar spelers buiten Deinze. Velen waren geroepen, weinig uitverkoren. Maar toch deden er enkele opmerkelijke namen hun intrede. Zo werd Van Der Meerschaut Albert en Chantier Maurice overgenomen van La Gantoise. Etienne Van De Moortele van Eendracht Aalst. Opmerkelijk is, dat er toen een pastoor in spé bij Deinze voetbalde, met name Eerwaarde Goethals uit Dentergem. (Later in de jaren ’50 – ’60 zouden er zelfs 2 pastoors actief zijn als speler, nl: Etienne Heugens en Dany Versteyn).
Tijdens periode ’35 –’39 speelde SK Deinze steeds in de hoogste provinciale reeks van Oost-Vlaanderen. Men duelleerde tegen ploegen zoals Temse; FC Eeklo; Aalst; Geraardsbergen; Waasmunster; Hamme; Denderleeuw; Zele; Dendermonde. Ieder jaar wist SK Deinze zich als middenmoter te rangschikken.
Hieraan kwam bruusk een einde toen in september 1939, Duitsland, Polen binnenviel. Vele voetballers werden gemobiliseerd en mochten hun voetbalschoenen ruilen voor het geweer. De reguliere competitie werd ontwricht en ontbonden. Tijdens het seizoen 1939 – 1940 werd er een noodcompetitie ingericht. Een competitie tussen ploegen uit de regio met onder meer Zingem; Bachte; Deurle; Nazareth; St-M-Leerne; Petegem; Eyne; Nevele………In 1940 kon er zelfs niet meer gevoetbald worden.
Tot zover de vooroorlogse periode.
Tot besluit:
De jaren ’30 hadden wel enkele specifieke kenmerken.
– Met uitzondering van seizoen 1931-1932, speelde Deinze steeds in de hoogste provinciale reeks.
– Het voetbalseizoen daarop, 1932-1933, werd er kampioen gespeeld zonder één enkele wedstrijd te verliezen.
– Op sportief vlak kende men geen extremen. Indien men de eindklassementen bekijkt door de jaren ’30 heen, dan eindigde Deinze steeds in de middenmoot.
– Het was op administratief en financieel vlak dat het vechten was om het hoofd boven water te houden. De ganse organisatie werd gedragen door de kinderrijtuigenfabriek TORCK. Wat voor het bedrijf, op administratief en financieel gebied, een extra last was.
– Door de jaren heen, was er een vaste spelerskern. Namen zoals Van De Poel Raymond, Dolf Van Hove, Urbain De Boever, Georges Janssens, Albert De Smet, Romain Strobbe, André Moreels, Van Pul Roger, Van De Moortele Etienne komen over de verschillende jaren steeds voor.
– Tijdens seizoen 1932-1933 werd de EERSTE OFFICIËLE STADSDERBY betwist tussen Sparta Peteghem en SK Deynze. Sparta speelde voor de oorlog steeds in Gewestelijke II (huidige Tweede provinciale) en doordat SK Deinze het seizoen daarvoor uit de hoogste provinciale reeks degradeerde, kwamen beide ploegen tegen elkander te staan binnen een officiële competitie.
– Op het einde van seizoen 1938-1939 werd er abrupt een drastisch einde gemaakt aan de gangbare competitie. Door de startende oorlogs perikelen werd de officiële voetbal competitie stopgezet. Van dan af, en tot aan het einde van de oorlog, werden er regionale streek competities georganiseerd. (Deinze kwam uit in de Regio Leiestreek)
(*1; 2) Uittreksel uit “RETRO”, gepubliceerd door Marnix Cornelis.
________________________________________________________________________________________________________________________________________
2. DE OORLOGSE PERIODE.
De inhoud is een exclusief verslag van de oorlogsjaren. Gebaseerd op een relaas door mensen, toen wonende in de omgeving van “Astene dreef”, en die sterk begaan waren met SK Deinze.
DE VERWOESTING.
Februari 1939 werd de voetbalcompetitie stilgelegd, toen al gereduceerd tot een noodcompetitie betwist tussen regionale ploegen binnen de Leie- en Scheldestreek. De nakende inval van de Duitse troepen was hier niet vreemd aan. Talloze spelers werden gemobiliseerd. Zo had SK Deinze een gebrek aan spelers waardoor er niet meer gevoetbald kon worden.
Tijdens het oorlogsjaar ’40 werd het voetbalterrein “Astenedreef” achtereenvolgens door de Belgische, de Franse en ten slotte na de capitulatie van 22 mei ’40 door Duitse troepen gebruikt als werkterrein. De nabije ligging van de spoorweg Gent /Westhoek en Gent/Kortrijk met de daarlangs liggende grote steenweg was er niet vreemd aan. Het was een belangrijk aanvoer traject voor de oorlogstroepen.
Men noteerde: Op de dag, na de capitulatie van Deinze bezocht men het terrein aan Astene dreef. We konden onze ogen niet geloven. Ondanks ons heftig aandringen mochten we het terrein niet betreden van een Duitse schildwacht: “Das ist mein bezits” was zijn motivatie. De daarop volgende dagen zagen we steeds, op het Belgisch leger veroverde autocamions aangevoerd worden en gestald op het voetbalveld. Daar werden ze ter plaatse met “chalumeaux”, beitels, dynamietpatronen… gedemonteerd. De goede en bruikbare onderdelen uit de wrakken gehaald. Dagenlang zagen we ganse colonnen afgeladen camions buitenrijden. De overblijvende stukken bleven op het terrein achter.
In de archieven vindt men een brief van G. Torck terug die de staat van het veld beschrijft. “Toen we op de dag van de capitulatie van Deinze naar Astenedreef terug kwamen en we een vluchtige blik wierpen naar ons terrein, konden we onze ogen niet geloven. Door ons soldaten waren de kabines veranderd geworden in een Rood Kruis hulppost. Doorheen het terrein in de hoeken waar de kabines staan, waar nu de buvette is gericht en ook langs de muur, kant ijzeren weg, waren loopgraven gegraven, waarschijnlijk ter bescherming tegen vliegaanvallen welke zo menigvuldig waren langs de ijzeren weg en de groote baan”.
Door de werkzaamheden met zware tractoren was het voetbalveld totaal verwoest. De foto geeft maar slechts een klein idee van de verwoesting. De ijzeren netten achter de doelen waren verdwenen. De banken van de hoofdtribune grotendeels afgebroken. Geen doelpilaren meer. De betonnen veldomheining weg. De omheiningsmuur stukgeschoten. De ingangspoort omvergeduwd. Elektrische leiding en masten verdwenen. Alles wat er zich in de kleedkamers bevond (stoelen, tafels, waspotten, kledij. etc…) verdwenen. Dus totale VERWOESTING.
Dit had grote gevolgen voor SK Deinze. Er kon gewoon niet meer gevoetbald worden. Ondanks de oorlogsperiode werd een nieuwe regionale competitie opgestart maar zoals de situatie nu was, kon SK Deinze er niet aan deelnemen. Vele spelers liepen over naar Sparta Petegem. Sparta’s terrein en accommodatie waren intact gebleven en in Petegem kon er aldus gevoetbald worden.
In Deinse kringen schreef men hierover “ Maar de terrein schade was nog niets naast de andere schade. En de andere schade was ons stel spelers welke elders waren gaan lopen en door ons verplichte onwerkdadigheid gemakkelijk in de netten van onfaire tegenstrever gevangen werden.”
Betekende dit het einde van den SK? Neen, men had niet met de wilskracht en de halsstarrigheid van ene G. Torck gerekend.
Op 9 augustus 1940 schreef G. Torck een brief naar KBVB waarin de vernieling van het terrein en de accommodatie vermeld staat. Er werd aangedrongen op vrijgave van het voetbalterrein en op 9 november 1940 werd deze bekomen.
Op 17 februari ’41 stuurde G. Torck, een brief naar KBVB. Hij gaf een gedetailleerde beschrijving van de schade en baseerde zich op “schade door opeising”. Hij verwees naar de kost om terug een volwaardige voetbalploeg herop te richten. Hij voegde er een lijst “staat van schade” bij. Zowel wat de betreft de infrastructuur als de benodigdheden. G. Torck drong bij de K.B.V.B aan op een tussenkomst. Of die er geweest is, is onduidelijk.
Met zijn geschreven motivatie “Ik geloof niet dat een voetbalclub in België dat zoveel geleden heeft als de onze want alles wat kon ontnomen worden is weg en het plein zelf zal veel kosten om terug in orde te geraken” bekwam G. Torck dat werklozen uit Astene werden tewerkgesteld om het terrein terug bespeelbaar te maken. Maar dit was niet voldoende en hij zou op eigen kosten het grotendeels afmaken. Miljoenen stukken ijzer, houtscherven, houtsplinters, ijzerscherven moesten opgedolven en geruimd worden. Het duurde nog tot de lente van 1941 vooraleer er terug aan Astenedreef gevoetbald werd.
DE HEROPSTANDING.
Ondertussen had men, op 16 februari ‘41, een eerste algemene vergadering gehouden. In het verslagboekje schreef men: “S.K.D. zal herleven en opnieuw de leiding nemen van het voetbalspel in de Leiestreek!”. Slechts 16 spelers kwamen opdagen. (Reden: zie voorgaand). Men omschreef de opstart: Zij worden gezien als de tweede grondvest van SK Deinze. Samen met andere, die aan de oranje-zwart kleuren verkleefd waren, maar door de oorlogsellende van het speelveld tot nu toe verwijderd bleven, zal men met vereende krachten zorgen voor een wederopstanding. Wat dan ook gebeurt is.
Vanaf maart ‘41 kon op het terrein “Astenedreef” terug gevoetbald worden. Begin 1941 was een regionale Leie- Scheldestreek competitie (of tornooien) opgericht. Enkel vriendenmatchen werden gespeeld. Zo werd voor de eerste keer tegen Astene gespeeld op het terrein van Astene en waar er gewonnen werd met 4 – 1. Men speelde tegen o.a. Thielt, Oudenaarde, (St-Martens-)Leerne, Standaard Gent, Vosselaere, Bachte, Machelen.
Tijdens de oorlogsjaren waren verplaatsingen niet vanzelfsprekend. Alles gebeurde onder controle van de Duitse bezetter per fiets (of te voet).
Op organisatorisch gebied bleef er weinig over. Maar het is George Torck die de teugels in handen nam en onder zijn leiding werd er nieuw leven ingeblazen. Eind van de lente ’41 was de infrastructuur grotendeels hersteld en er werd op een schuchtere manier, terug enkele vriendenmatchen gespeeld. Ook kon George Torck enkele Deinse mensen warm maken voor den “ESKA” en met hun wilskracht, ambitie en engagement zou de organisatie SK Deinze terug open bloeien.
Men hield het niet bij de voetbalsport. Er werden nog een drietal andere sportverenigingen opgestart onder de naam SK Deinze. Naar het voorbeeld van AA Gantoise werd een atletiekclub opgericht. De basis was al gelegd in 1938 door Emile Torck maar zou pas opgestart worden onder leiding van Stefaan Moerman. Deze atletiekclub zou meerdere successen kennen tijdens de oorlogsjaren. Er werd gelopen op het voetbalterrein en meerdere voetballers sloten zich aan bij de atletiekclub. De atletiekclub binnen de organisatie SK Deinze verdween in 1946. Een meer gedetailleerde beschrijving over de atletiekvereniging vindt men in het boek van Stefaan De Groote “75 jaar SK Deinze” uitgegeven door de Uitgeverij Taptoe.
In september 1942 ging er een hockeyploeg van start onder de vleugels van SK Deinze. Deze kende een moeilijke start. Een Engelse sport tijdens de Duitse bezetting! Maar men ging ermee door en de club kreeg de naam “ Hockey Club Sport Kring Deinze (HCSKD)”. Jacques Torck was voorzitter. Etienne Blanchaert stelde strenge statuten op. Men speelde zijn eerste wedstrijd tegen Roeselare in februari 1943. Waarschijnlijk werd er gespeeld op het voetbalterrein wat aangaande terrein accommodatie niet kan vergelijken worden met het hedendaagse hockey terreinen. Een eerste wedstrijd werd er gewonnen tegen Brugge. De verplaatsingen waren relatief ver en met de heersende oorlogsactiviteiten, zoals bombardementen was het niet simpel om ter plaatse ter geraken. Hierdoor kwam men niet tot een volwaardige competitie en men beperkte zich tot oefenwedstrijden. Jongeren werden opgeroepen om in Duitsland te gaan werken en anderen gingen in het geallieerde leger. Mede hierdoor verdween de club in 1945.
Ondertussen had George Torck een tafeltennis club opgericht. “Pingpong Club Sportkring Deinze”. Het stamlokaal bij Romain Strobbe (gewezen SK speler) in Astene. En er werd 2 avonden in de week gespeeld, in het café van Alidor De Meyer. De meeste tafeltennissers waren bekende SK voetballers zoals André De Wart, Jacques De Muyter, Romain Strobbe, Wilson Dierickx…..Maar de club zou stilaan doodbloeden en verdween in 1948.
Om de Deinse bevolking wat verzet te geven in de moeilijke jaren van Duitse bezetting dachten de SK Deinze bestuursleden om een Vlaamse kermis te organiseren. In 1943 werd er op het voetbalterrein een “Groote Vlaamsche kermis” ingericht. Het was niet alleen de bedoeling om de sport in Deinze te promoten maar ook om de vereniging nieuw leven in te blazen. Het evenement draaide uit tot een groots gebeuren. Latere jaren zou de Vlaamse kermis, die steeds plaats vond in augustus, een traditie worden. Het was vooral Albert De Busseré, toen een ambitieus SK Deinze bestuurslid, die de grote organisator was. Vele oudere SK supporters herinneren zich nog goed de Vlaamse kermissen.
TOT AAN DE BEVRIJDING.
De volgende oorlogsjaren werd de officiële regionale competitie Leie –Scheldestreek verder gezet. Een competitie waarin men zou strijden voor het kampioenschap. Regionale competities werden opgericht wegens vrijheidsbeperking, opgelegd door de Duitse bezetter. Wanneer men de deelnemende ploegen bekijkt, ziet men dat veel omliggende dorpen een voetbalploeg hadden. (Bachte; St-M-Leerne; Deurle, Latem….).
SK Deinze schreef zich in met 3 volwaardige elftallen. SK Deynze I speelde in de regionale competitie: Leie en Schelde, terwijl SK Deynze II in Leiestreek I en SK Deynze III in Leiestreek II uitkwam.
Het was niet simpel om aan sport te doen in de jaren van de Duitse bezetting. Men had problemen met het materiaal welke zeer schaars was en dan nog van bedenkelijke kwaliteit. Op de zwarte markt kon men degelijk materiaal kopen maar dan tegen woekerprijzen. Ook vele jongeren waren door de Duitsers opgeëist. Men was steeds onder bewaking van de “Feldgengendarmerie”, welke een voortdurende controle uitoefende over het doen en laten. De verplaatsingen, die per fiets gebeurden, werden gecontroleerd. Men had steeds de dreiging om door de Duitsers opgepakt te worden en naar een werkkamp verwezen te worden. George Torck schreef ooit in het blad “Sport” over deze periode: “Ongelukkelijk komt een nieuwe kwaal onze jongens teisteren. We hadden op al onze wedstrijden bezoek der Feldgengendarmerie met haar acolieten de Gestapo’s welke onze jongens verplichtten voorzichtig plaats te nemen dicht bij een hoek of muur op het terrein waar altijd laddertjes gereed stonden om hen toe te laten snel over de betonmuur in de bosschen of veld uit den gezichtseinder te verdwijnen”. Tijdens de Duitse bezetting was voetbal een uitlaatklep voor de dagelijkse sleur. Er waren steeds zeer veel toeschouwers rond het terrein. Tijdens het bevrijdingsjaar werd er niet gevoetbald maar SK Deinze was goed voorbereid voor de na-oorlogse jaren.
Uittreksel uit “RETRO”, gepubliceerd door Marnix Cornelis.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________
3. DE NA-OORLOGSJAREN 1945-1953.
Na-Oorlogsjaren 1945-1952
Het bestand is een pdf. Om bestand te openen is Adobe Reader nodig, vrij te downloaden vanuit internet.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________
4. DE DOORBRAAK NAAR NATIONAAL 1954 – 1989.
Op sportief vlak is het tijdvak “DOORBRAAK NAAR NATIONALE 1954-1989” vooral gekenmerkt door stabiliteit. Een herhaaldelijk stijgen en dalen van eerste provinciale naar bevordering (4de klasse) en omgekeerd. In bevordering moest er over ‘t algemeen gestreden worden om in bevordering te blijven en na een degradatie volgde al vlug een kampioenschapstitel in eerste provinciale. Zo werd er, tijdens deze periode, 5 maal kampioen gespeeld in eerste provinciale en 4 maal gedegradeerd uit bevordering. Succesjaren waren 1954, 1959 en 1975. Rond 1968 kende SK Deinze zijn moeilijkste periode met een degradatie naar tweede provinciale. Al vlug stond SK Deinze terug op uit deze kelder en kende hierna enkele succesjaren.
Op het einde van deze periode verdween George Torck, als voorzitter en nieuwe ambitieuze mensen namen het roer over. Dit leidde tot het hedendaags succes. Maar dat is voor de volgende tijdsperiode.
Dit hoofdstuk is verdeeld over verschillende pdf bestanden. De pdf is te openen door op de oranje gekleurde titel te klikken. Om een pdf-bestand te openen is Adobe Reader nodig, vrij te downloaden vanuit internet.
1 – Eindelijk
___________________________________________________________________________________________________________________________________________